Terug

Choose the correct word

Choose the correct word

 

Dit zijn de woorden die je gaat leren:

 

Engels Nederlands
shopping winkelen
shopping list boodschappenlijst
shopping mall winkelcentrum
wallet portemonnee
bag tas
money geld
coin munt
to buy kopen
to sell verkopen
receipt bon
discount korting
cashier kassier
customer klant
shelf schap
trolley wagen
lift lift
credit card creditcard
escalator roltrap
changing room kleedkamer
Engels, online oefenen, woordenschat, Junior Einstein