Terug

Choose the correct word

Choose the correct word

 

Dit zijn de woorden die je gaat leren:

 

Engels Nederlands
winter winter
snow sneeuw
snowflake sneeuwvlok
snowball sneeuwbal
snowman sneeuwpop
fog mist
freezing vriezen
melting smelten
ice ijs
ice skating schaatsen
ski ski
mitten want
scarf sjaal
glove handschoen
beanie muts
sled slee

Engels, online oefenen, woordenschat, Junior Einstein